Ramadaan, Artikel 6

بسم الله الرحمن الرحيم، الحمد لله رب العالمين، والعاقبة للمتقين، والصلاة والسلام على سيد الأنبياء والمرسلين، سيدنا محمد المصطفى وعلى آله وأصحابه أجمعين.

Het vasten van de tong

Allah, de Almachtige, openbaart:

وَلَقَدْ خَلَقْنَا الْإِنسَانَ وَنَعْلَمُ مَا تُوَسْوِسُ بِهِ نَفْسُهُ ۖ وَنَحْنُ أَقْرَبُ إِلَيْهِ مِنْ حَبْلِ الْوَرِيدِ 16

إِذْ يَتَلَقَّى الْمُتَلَقِّيَانِ عَنِ الْيَمِينِ وَعَنِ الشِّمَالِ قَعِيدٌ 17

مَّا يَلْفِظُ مِن قَوْلٍ إِلَّا لَدَيْهِ رَقِيبٌ عَتِيدٌ 18

سورة ق ، آية 16-18

Interpretatie van de betekenis:
“Wij hebben de mens geschapen en weten wat zijn ziel hem influistert [d.w.z. wat hij heeft aan gedachten en intenties]. Wij zijn namelijk [wat betreft almacht en alwetendheid] dichter bij hem dan de halsslagader. Wanneer de beide ontvangers (d.w.z. twee engelen welke Hij afvaardigt, om rekenschap te vragen van het gedrag van een mens), zijn handelingen ontvangen en deze optekenen, terwijl de een zich aan de rechter- en de andere aan de linkerkant bevindt, geen enkele woord dat hij dan uitspreekt of er is een observeerder (raqieb)  bij hem die klaar staat om het op te schrijven.” 

Soerah Qaaf, Vers 16-18

Continue reading “Ramadaan, Artikel 6”

Ramadaan, Artikel 5

بسم الله الرحمن الرحيم، الحمد لله رب العالمين، والعاقبة للمتقين، والصلاة والسلام على سيد الأنبياء والمرسلين، سيدنا محمد المصطفى وعلى آله وأصحابه أجمعين.

Het vasten van de ogen

Allah, de Almachtige, openbaart:
قُل لِّلْمُؤْمِنِينَ يَغُضُّوا مِنْ أَبْصَارِهِمْ وَيَحْفَظُوا فُرُوجَهُمْ ۚ ذَٰلِكَ أَزْكَىٰ لَهُمْ ۗ إِنَّ اللَّهَ خَبِيرٌ بِمَا يَصْنَعُونَ
سورة النور، آية 30

Interpretatie van de betekenis:
“Zeg tot de gelovigen dat zij hun ogen neerslaan en hun schaamstreek kuis bewaren. Dat is zuiverder voor hen; Allah is op de hoogte over wat zij doen.”

Continue reading “Ramadaan, Artikel 5”

Ramadaan, Artikel 4

بسم الله الرحمن الرحيم، الحمد لله رب العالمين، والعاقبة للمتقين، والصلاة والسلام على سيد الأنبياء والمرسلين، سيدنا محمد المصطفى وعلى آله وأصحابه أجمعين.

Allah heeft jou begunstigd met ontelbare gunsten. Allah, de Verhevene, openbaart:
)وَآتَاكُم مِّن كُلِّ مَا سَأَلْتُمُوهُ ۚ وَإِن تَعُدُّوا نِعْمَتَ اللَّهِ لَا تُحْصُوهَا ۗ إِنَّ الْإِنسَانَ لَظَلُومٌ كَفَّارٌ34 ( سورة إبراهيم عليه السلام

Interpretatie van de betekenis:
“Allah heeft jullie van alles wat jullie Hem gevraagd hebben gegeven en als jullie de gunsten van Allah willen tellen dan kunnen jullie het niet opsommen. De mens is werkelijk erg onrechtplegend en zeer ondankbaar.”
Soerah Ibraahiem, Vers 34

Continue reading “Ramadaan, Artikel 4”

Ramadaan, Artikel 3

وَلَنَبْلُوَنَّكُمْ بِشَيْءٍ مِنَ الْخَوْفِ وَالْجُوعِ وَنَقْصٍ مِنَ الْأَمْوَالِ وَالْأَنْفُسِ وَالثَّمَرَاتِ وَبَشِّرِ الصَّابِرِينَ (155) الَّذِينَ إِذَا أَصَابَتْهُمْ مُصِيبَةٌ قَالُوا إِنَّا لِلَّهِ وَإِنَّا إِلَيْهِ رَاجِعُونَ (156) أُولَئِكَ عَلَيْهِمْ صَلَوَاتٌ مِنْ رَبِّهِمْ وَرَحْمَةٌ وَأُولَئِكَ هُمُ الْمُهْتَدُونَ (157) سورة البقرة

Interpretatie van de betekenis:
“En voorzeker, Wij zullen jullie zeker beproeven met wat vrees, honger en met vermindering in bezittingen, levens en vruchten. En geef blijde tijding aan degenen die Sabr doen (geduldig/volhardend zijn). Degenen die, wanneer hen rampspoed treft, [met het besef doordrongen] zeggen: “Voorwaar, wij zijn het bezit van Allah en tot Hem zullen wij terugkeren [d.w.z. door Hem alleen zullen we worden berecht in het Hiernamaals]. Dezen zijn het op wie grote vergiffenis van hun Heer en genade rusten en zij zijn het die op de rechte leiding zijn.” Soerah al-Baqarah Verzen 155-157

Continue reading “Ramadaan, Artikel 3”

Ramadaan, Artikel 2

يَا أَيُّهَا الَّذِينَ آمَنُوا كُتِبَ عَلَيْكُمُ الصِّيَامُ كَمَا كُتِبَ عَلَى الَّذِينَ مِنْ قَبْلِكُمْ لَعَلَّكُمْ تَتَّقُونَ (183)
سورة البقرة

Interpretatie van de betekenis:
“O zij die geloven, het vasten is verplicht gesteld op jullie zoals het ook verplicht was gesteld op degenen vóór jullie, opdat jullie Taqwaa (godvruchtigheid) mogen verkrijgen.” Soerah al-Baqarah, Vers 183

Continue reading “Ramadaan, Artikel 2”

Ramadaan, Artikel 1

شَهْرُ رَمَضَانَ الَّذِي أُنْزِلَ فِيهِ الْقُرْآنُ هُدًى لِلنَّاسِ وَبَيِّنَاتٍ مِنَ الْهُدَى وَالْفُرْقَانِ فَمَنْ شَهِدَ مِنْكُمُ الشَّهْرَ فَلْيَصُمْهُ وَمَنْ كَانَ مَرِيضًا أَوْ عَلَى سَفَرٍ فَعِدَّةٌ مِنْ أَيَّامٍ أُخَرَ يُرِيدُ اللَّهُ بِكُمُ الْيُسْرَ وَلَا يُرِيدُ بِكُمُ الْعُسْرَ وَلِتُكْمِلُوا الْعِدَّةَ وَلِتُكَبِّرُوا اللَّهَ عَلَى مَا هَدَاكُمْ وَلَعَلَّكُمْ تَشْكُرُونَ (185) سورة البقرة

Interpretatie van de betekenis:
“Het is de maand Ramadaan waarin de Quraan is nedergedaald als een rechte leiding voor de mensheid en een boodschap met duidelijke bewijzen van leiding en onderscheid tussen goed en kwaad. Wie van jullie dan deze maand meemaakt dient deze te vasten. En wie ziek is of op reis is dient deze dan op andere dagen te vasten. Allah wil hierin verlichting voor jullie, Hij wil niet moeilijkheid voor jullie. En opdat jullie het aantal voltooien en uw grootachting voor Allah uiten als dank voor dat Hij jullie heeft rechtgeleid, en opdat jullie dankbaar moogt zijn.” Soerah al-Baqarah, vers 185

Continue reading “Ramadaan, Artikel 1”